Opa, bij jullie leer ik altijd wat nieuws, zegt mijn kleinzoon als ik hem weer naar huis breng. Daar doe je het toch voor. Kleinkinderen te logeren hebben is als een verjaardag: vreselijk gezellig en je kijkt er naar uit maar na afloop ben je ook blij dat het weer even gewoon rustig is. Eén is leuk, twee is dubbele pret? Nee, een huis vol herrie. Vroeger kon ik me dat niet voorstellen; wat zeurden mijn ouders toch. Geniet ervan!
Nu ben je sneller aan het eind van je Latijn, en heb je moeite om iets leuks te verzinnen wat voor kinderen nog verrassend is. Ik bewonder mijn dochters en schoonzonen die telkens weer iets leuks verzinnen zonder weer redding te zoeken op YouTube of Netflix. Ze plempen alle vrije tijd vol met leuke dingen voor de kinderen en ook nog iets leuks alleen voor zichzelf. Dus blij als ze de “kids” even bij opa en oma kwijt kunnen. Iedereen blij en wij weer een uitdaging erbij. Na afloop kijken we elkaar aan en zeggen: hè, he, wat een rust, en waarderen we even de saaiheid en leegte van ons bestaan.
Als kind ging ik op woensdagmiddag naar “de vrije club”, een kapstok figuurzagen, een mooie tekening maken voor ma of oma, een asbak kleien voor Vaderdag en eens in de maand tekenfilms kijken van Knabbel en Babbel, Donald Duck, Roadrunner en films van Charley Chaplin en “De dikke en de dunne”. Dat was feest! En thuis speelde je op straat of ging je zelf vliegers maken en oplaten.
Zo’n dag in de herfst dat iedereen plotseling met zelfgemaakte vliegers naar buiten kwam. Dat staat nog op m’n geheime lijstje van dingen die ik nog een keer met m’n kleinkinderen wil doen: vliegeren met een zelfgebouwde vlieger, want vliegers die maak je niet, die bouw je.
En dan zegt mijn kleinzoon na afloop weer: Opa, bij jullie leer ik altijd wat. Over naar de orde van alledag; we maken ons nog over veel zaken druk maar we nemen aan steeds minder deel.
Evert Ruiter
Ubbergen, november 2025
Meer columns