Oud hè?

Jij bent oud, hè? Ze keek me onderzoekend aan. Ik was op weg naar het toilet in een wat alternatief café-restaurant waar veel jonge ouders met kinderen komen die we vroeger “vrijgevochten” noemden. Ik vond het wel leuk om zo direct aangesproken te worden door een klein meisje.

Ja, en hoe oud denk je dan dat ik ben? Stomme vraag natuurlijk want ze had een leeftijd waarbij je denkt dat iedereen die zichtbaar ouder is dan je eigen ouders gewoon oud is; rijp voor de titel “opa”. Pappa, zei ze tegen haar vader die net om de hoek kwam met nog zo’n gup aan de hand, hoe oud is die meneer? Pappa, toch zichtbaar verlegen met de vrijpostigheid van zijn dochter, aarzelde wat en ik kwam hem snel te hulp door mijn leeftijd te noemen. Ja, dat is best wel oud.
En hoe oud ben jij? Met even wat geconcentreerd frummelen met de vingers van een hand telde ik vier opgestoken vingers. Vier! Nou, dan ga je al naar de grote school! Jargon uit mijn jeugd natuurlijk maar ik voel me verontschuldigd omdat mijn kleindochter ook vier is en er juist trots op is dat ze naar de “grote school” gaat, en nog wel op de fiets.

Helaas stopte hier de conversatie, want pa liep nu door en maande zijn dochter mee en ik moest nog steeds naar de wc. Toen ik terugkwam kon ik het niet laten om nog even om me heen te kijken waar die leuke gesprekspartner gebleven was maar ze was in geen velden of wegen meer te vinden, zelfs niet in de speelhoek.

Dat is nou het leuke van reizen met de trein: als je eenmaal tot een gesprek komt ondanks de iPods en andere oordingetjes, heb je de tijd om door te vragen; je gaat dezelfde kant op en als je niet te lang geaarzeld hebt om het gesprek te beginnen heb je de tijd tot het volgende station of de halte waar je zelf eruit moet. Zo anders dan bij gelegenheden waar je soms ook naast iemand komt te zitten met wie je niet weet hoe je een gesprek moet voeren. Nieuwjaarsborrels, verjaardagen en tegenwoordig steeds vaker uitvaarten. Stiltes kunnen als pijnlijk worden ervaren en aangesproken worden als vrijpostig. En als je die neef vraagt naar zijn huidige werk, blijkt hij inmiddels weer een andere baan te hebben of werkeloos te zijn. “Dat vroeg je de vorige keer ook al”. In de trein zal je dat niet gebeuren en mag er gewoon een stilte vallen.

Dat is het leuke van vluchtige contacten: het is afgelopen voordat je iets stoms hebt kunnen zeggen en anders is de schade beperkt tot het einde van het gemeenschappelijke traject.

Ja, ik ben dol op mijn kleinkinderen en treinreizen.

Evert Ruiter
januari 2025

Meer columns