Zwemmen
Zwemmen

Wij – een club dames – zwemmen weer op onze vertrouwde tijd. Vlak na de landelijke toestemming nog in rijtjes achter elkaar. Nu, weken later, weer door elkaar net als de gesprekken die tijdens de les onderling gevoerd worden. ‘Weet jij al….?’ Ook de zweminstructrice doet er tussen de bedrijven aan mee. ‘Mijn zoontje heeft…..’, van dat soort informatie-uitwisseling. Natuurlijk doen wij onder dit gebabbel ons best met de opgedragen oefeningen: stap, stap op de maat van de muziek, strek de armen, buikoefeningen. Rondkijkend vraag ik me soms af: heeft dit wel effect op het gewicht? 

De eerste keer na de coronasluiting zwemt mijn vaste buurvrouw gedecideerd op mij af.  

‘Mijn man is pas overleden na een corona-infectie, in een paar dagen was hij er niet meer. Ik zeg het je maar, dan weet je het’. 

Totaal beduusd vanwege haar mededeling, ik ken haar van ‘goedemorgen’ en het uitwisselen van het weerbericht, ga ik bijna figuurlijk kopje onder. Haastig vertelt ze het verloop van de gebeurtenissen.  

De les start. 

Nu weken later doen we onze aqua-fit-oefeningen weer naast elkaar. Op het eind vraag ik in een opwelling: ’Hoe gaat het nu?’. Ze zet haar bril af, kijkt me doordringend aan en zegt: ‘Ik moet door’. In de loop van ons gesprekje komt: ’Ík moet door’ als een mantra telkens terug. De gedecideerde toon van ‘Ík moet door’ wordt net als haar ogen wel telkens een beetje zachter tijdens haar verhaal over hoe moeilijk deze periode voor haar is. Ze sluit af met weer een harder ‘Ik moet door’ en ‘Ik klaag niet hoor’ en zet haar schoongepoetste bril weer op. 

Dan vrij zachtjes zegt ze: ‘Dank je’…… 

Loes Jap-Tjong,
oktober 2021 

Lees hier meer columns