Kom veilig thuis
Kom veilig thuis

De laatste tijd neem ik anders afscheid van bezoek. Om maar bij de conclusie te beginnen: ik sta anders in het leven, denk ik. Maar ook mijn omgeving is veranderd.

De grote doorbraken die veel mensen hoopten tijdens en na de pandemie bleven uit. Er staan weer net zoveel en lange files als twee jaar terug. Maar we staan er anders in, met schaamte, met ergernis, schaamte, dat ik er zelf in sta, en ergernis dat anderen niet gewoon thuis werken.

Raar omdat we de pandemie, de Corona-crisis, die we eerst en vooral als bedreiging ervoeren, al snel ook als een mogelijkheid zagen om het roer radicaal om te gooien.

Zelf zag ik de regering veranderen van een club die vooral goed op de winkel moest passen en geen gekke dingen moest doen, in een team dat drastisch ingreep in ons leven om een levensbedreigende situatie af te wenden en mensen te redden van de dood, werkeloosheid, armoede, eenzaamheid. Diezelfde regering werd tegelijk demissionair omdat ze zelf mensen in armoede had gestort en niet goed op de winkel had gepast. Wie wat fout had gedaan interesseert me op dit moment niet zozeer maar wel wat het met ons denken deed.

Om te beginnen de angst om zelf besmet te raken: verplicht thuisblijven, mondkapjes dragen en vooral niet zoenen. Gelukkig hoefde het niet meer drie keer. Daar had ik toch al een hartgrondige hekel aan. Dan de opstandigheid en verontwaardiging omdat we niet meer in vrijheid konden doen wat we zelf wilden en wat ons natuurlijke en grondwettelijke recht was: gewoon koffie drinken op een terrasje of een biertje pakken in de kroeg of “dansen met Jansen”.

Vervolgens de hoop dat we de grote problemen nu eindelijk eens goed en grondig zouden aanpakken: de stikstofproblematiek, de klimaatproblemen, de politieke cultuur, en alles wat nu plotseling zichtbaar wordt omdat we de boel overhoop haalden: de tweedeling in de samenleving, de eenzaamheid onder jongeren, de toenemende tekorten aan personeel in de zorg, de vergrijzing ….

En dan komt mijn tante thuis ten val en kan ze meteen niet meer voor zichzelf zorgen. Dan blijkt het moeilijk om zorg goed te regelen. Een buurvrouw struikelt over een scheefliggende stoeptegel. Dat heeft ook niks met Corona te maken, maar ze komt in een reeks van problemen die ontstaan omdat de gemeente geen geld heeft voor adequate hulp bij het huishouden en hulp bij het douchen en aankleden. De demente partner en de autistische zoon kan je het niet vragen. Ja het kan wel maar in de praktijk staat ze er alleen voor.

Als gepensioneerde met veel tijd en gelukkig geen geldzorgen probeer je hier en daar het leed te verzachten door deze mensen en je eigen kinderen en kleinkinderen te helpen. Woonden ze maar niet zo ver weg! En als ze dan na lange tijd weer op bezoek komen, zeg ik bij het afscheid: “Kom veilig thuis”, en denk er bij: “Al is het daar ook niet altijd pluis.”

Nou, dat wordt mijn volgende Sinterklaas-mantra’s: daar gaat elk gedicht op eindigen.

Evert Ruiter