Gezonde keuzes
Gezonde keuzes

De NS is van ons, dus “laat de NS zich maar eens verontschuldigen voor het gebrek aan gezonde keuzes”, stond in een column in de krant over het beleid van de NS. Het ging over het aanbod van eten en drinken op de perrons. Ik ben geneigd te denken dat de NS ons vooral veilig, snel en op tijd naar onze bestemming moet brengen.

Eén van mijn eerste vakantiebaantjes was “koffie, thee, limonade, broodjes en roomijs” verkopen aan passagiers van de sneltrein die op perron 1 in Amersfoort een korte stop maakte. Daar kwam er toen per uur maar één van langs in beide richtingen. Dat was een half uur lummelen, twee minuten hard rennen en hopen dat de passagiers snel gepast betaalden voor de trein zich weer in beweging zette. Na een week ben ik ermee gestopt; daar kon je zelfs als scholier niet voldoende mee verdienen. Bovendien kreeg ik op m’n donder van de chef omdat ik “roomijs” had geroepen want het was geen roomijs maar het zat zo lekker in het ritme. Zeg het maar eens hardop. Zelf kocht ik jaren later voor het eerst iets in de trein toen er iemand met zo’n smal karretje door het gangpad langs kwam. Ik vond het anders zo sneu voor die student als zij of hij (of wat dan ook, denk ik nu) teleurgesteld door hobbelde naar de volgende coupé. Koffie met een gevulde koek, net als in diensttijd in de cantine of op oefening bij de “cadi”, een busje van de cantine-dienst.

Gezonde keuzes? Die culturele omwenteling moest nog komen. Daar hadden we bovendien thuis geen boodschap aan en geen geld voor. Als je naar school ging of, heel zelden, op reis, dan smeerde je thuis tevoren zelf je boterhammen en nam een Grolsch beugelfles met koude thee mee. Soms nog een appel die mijn moeder in het groot had gekocht bij een boer die met paard en wagen zijn oogst langs de deur verkocht.

Nu zijn we zover dat we vinden dat niet wijzelf, maar de overheid verantwoordelijk is voor onze gezonde eetpatronen. Ja niet van u en ik, wij weten wel beter, maar van die anderen die te zwaar zijn, te veel kosten in de gezondheidszorg en ook nog op hun oude dag te lang en teveel medicijnen, behandelingen en zorg nodig hebben om zo oud te worden dat ze het zelf niet leuk meer vinden.

Eerlijk gezegd, als het over mijn kleinkinderen gaat, word ik net zo truttig, maar voor mezelf denk ik, net als Maarten van Rossum: “de overheid wil het niet maar ik behoud mij het recht voor om te sterven aan een overdosis mayonaise”, of wat dan ook. En o wee de ouderenadviseur die bij binnenkomst meteen begint te zeuren over mijn alcoholgebruik, die kan meteen rechtsomkeer maken. Bij u toch ook?

Evert Ruiter, augustus 2023